-
1 dat moet je nog eens doen (als je durft)!
dat moet je nog eens doen (als je durft)!recommence (si tu oses)!Deens-Russisch woordenboek > dat moet je nog eens doen (als je durft)!
-
2 kom eens hier (op) als je durft
kom eens hier (op) als je durftviens donc, si tu l'osesDeens-Russisch woordenboek > kom eens hier (op) als je durft
-
3 kom er eens aan, als je durft
kom er eens aan, als je durft -
4 kom maar op als je durft!
kom maar op als je durft!viens ici, si tu oses! -
5 probeer maar eens als je durft
probeer maar eens als je durft -
6 dat moet je nog eens doen (als je durft)!
dat moet je nog eens doen (als je durft)!do that again (if you dare)!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat moet je nog eens doen (als je durft)!
-
7 kom eens hier (op) als je durft
kom eens hier (op) als je durftI dare you!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > kom eens hier (op) als je durft
-
8 kom maar op als je durft!
kom maar op als je durft!come on if you dare!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > kom maar op als je durft!
-
9 probeer maar als je durft!
probeer maar als je durft!try if you dare!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > probeer maar als je durft!
-
10 als je toch durft!
als je toch durft!tu es prévenu! -
11 als je toch durft!
als je toch durft!don't you dare!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > als je toch durft!
-
12 durven
1 dare ⇒ venture (to/upon)♦voorbeelden:1 ik durf zelfs (te) beweren dat … • I would even venture (to say) that …hij durft niet te komen • he does not dare (to) comeje moet maar durven! • of all the nerve!, some/the cheek!zij durfde het hem niet (goed) te vragen • she hesitated to ask himdat zou ik niet durven zeggen • I wouldn't dare to say thathij durft alles • he is game for everythinghoe durf je! • how dare you!als het erop aan kwam durfde hij niet • he got cold feet when it came to the crunchdat durft hij vast niet • he wouldn't dare (to do that)kom eens hier (op) als je durft • I dare you!als je toch durft! • don't you dare!probeer maar als je durft! • try if you dare!u/jij durft! • 〈 ook ironisch〉 you have a nerve! -
13 durven
1 oser♦voorbeelden:kom eens hier (op) als je durft • viens donc, si tu l'osesals je toch durft! • tu es prévenu!probeer maar eens als je durft • essaie un peu pour voir -
14 voir
voir [vwaar]1 zien♦voorbeelden:il voit trouble • het schemert hem, alles danst hem voor de ogenon ne voit pas à dix pas • je kunt geen hand voor ogen zienne voir que par les yeux de qn. • blindelings op iemands oordeel afgaanje n'y vois goutte • ik zie niets2 il va voir à nous loger • hij zal zien, proberen ons ergens onder te brengenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zien ⇒ getuige zijn van, beleven, meemaken2 bezoeken ⇒ opzoeken, bezichtigen3 ontmoeten ⇒ zien, spreken met, omgaan met4 (in)zien ⇒ constateren, ondervinden5 bekijken ⇒ nagaan, zien6 bezien ⇒ beoordelen, beschouwen7 voor zich zien ⇒ zich een voorstelling maken van, begrijpen♦voorbeelden:vous m'en voyez ravi • ik ben er verrukt vanse faire voir • zich vertonen, zich laten zienvoir venir qn. • iemand doorhebbenen voir (de belles, de toutes les couleurs) • heel wat narigheid meemakenen avoir vu bien d'autres • nog wel wat anders meegemaakt hebbenen faire voir à qn. • iemand het leven zuur makenon aura tout vu • dat is het toppuntje voudrais vous y voir • ik zou u wel eens in mijn plaats willen zienregarder qn. sans le voir • door iemand heen kijkenil faut voir venir • we moeten afwachtenaller voir qn. • iemand opzoekenje ne peux pas le voir • ik kan hem niet uitstaanje ne le vois plus • ik heb het contact met hem verbroken3 pourrais-je voir le patron? • zou ik de baas kunnen spreken?allez voir là-bas si j'y suis • hoepel op, laat me met rustvoyons! • kom aan!c'est à voir • dat staat te bezienne voir que l'argent • alleen maar oog voor het geld hebbenvoir les choses en noir • een pessimistische kijk hebbenje ne le vois pas en médecin • ik zie geen dokter in hemvoir qn. en bienfaiteur • iemand als zijn weldoener zien¶ essaie voir • probeer het maar, als je durftje vois • ik begrijp hetn'avoir rien à voir dans, avec une affaire • niets te maken hebben met een zaakcela n'a pas grand-chose à voir avec mes idées • dat heeft niet veel te maken met mijn ideeënessaie un peu pour voir! • probeer maar eens als je durft!cela n'a rien à voir • dat heeft er niets mee te maken♦voorbeelden:elle s'est vu refuser l'entrée • men heeft haar de toegang geweigerd→ nez1. v1) zien2) bezoeken3) ontmoeten4) inzien, constateren5) bekijken6) bezien7) begrijpen2. se voirv2) zich zien3) gebeuren5) elkaar zien -
15 so
so11 zo ⇒ (zo) van die, wat♦voorbeelden:also, na, nein, so (et)was! • nee maar!so etwas von Dummheit! • zoiets doms, stoms!so ein Pech! • wat 'n pech!————————so2〈 bijwoord〉1 zo♦voorbeelden:1 so genannt • zogenaamd, wat men noemt, zogenoemd, zogehetender eine sagt so, der andere so • de een zegt zus, de ander zoach, so ist das! • o, zit dat zo?so ist es! • juist!so mir nichts, dir nichts • zomaar (ineens), plotseling, plotsklapsbald so, bald so • nu eens zo, zus, dan weer zoso gut wie sicher • zo goed als zekernicht nur so • niet zomaarso viel • zoveel, evenveelso viel für heute • tot zover (voor) vandaagso weit • zover, tot zover, in zoverrees geht mir so weit gut • met mij gaat het redelijk, weldas ist so weit richtig, aber … • dat is wel juist, maar …und so weiter • enzovoort(s)so wenig • even weinig, zo weinig, evenminer ist so reich wie geizig • hij is net zo rijk als hij gierig isach so! • o, zit dat zo!, ah, zo!————————so3〈 voegwoord〉1 zo ⇒ als, hoe, dan♦voorbeelden:〈 formeel〉 er war nicht da, so bin ich gegangen • hij was er niet, dus ben ik maar gegaanso Leid es mir tut • hoezeer het me ook spijtsodass, so dass • zodat2 kaum war er weg, so kam ich an • nauwelijks was hij weg, of ik kwam aan -
16 komen
1 [algemeen] venir2 [aan-, overkomen] arriver (à)3 [toegevoegd worden aan] être ajouté (à)♦voorbeelden:er komen mensen vanavond • nous avons du monde ce soirer komt regen • il va pleuvoirin afwachting van de dingen die komen gaan • en attendant la suite des événementswat niet is, kan nog komen • tout est encore possibleeen paar dagen komen logeren bij iemand • venir passer quelques jours chez qn.komen te overlijden • venir à mourir, décéderik kwam, zag en overwon • je suis venu, j'ai vu, j'ai vaincudat komt eerst • cela passe avantkomt er nog wat van? • c'est pour aujourd'hui ou pour demain?er komt niets van in! • il n'en est pas question!dat komt ervan als je niet luistert • voilà ce qui arrive quand on n'écoute pasovereind komen • se levertussenbeide komen • intervenirhij kan niet uit zijn bed komen • il a des problèmes à se levervan school komen • rentrer de l'écoleje komt als geroepen • tu ne pouvais pas mieux tomberkomt u ook? • serez-vous des nôtres?ze zullen je zien komen! • ils te sentiront venir!er komen • y arriver〈 figuurlijk〉 komt hij er vandaag niet, dan komt hij er morgen • avec lui c'est tout doucement le matin, pas trop vite le soirer komt 15 % voor bediening bij • il faut ajouter 15 % pour le servicevan het een komt het ander • de fil en aiguilleer moet een kindje komen • ils vont (nous allons etc.) avoir un enfantiets te weten komen • apprendre qc.waardoor, hoe komt het? • comment ça se fait?hoe kom je daar nou bij?, hoe kom je erbij! • où vas-tu chercher cela?; où as-tu pris une telle idée?kom er eens aan, als je durft • touches-y si tu oseskom ik gelegen? • est-ce que je (vous) dérange?het komt niet zo nauw • ce n'est pas à un(e) cm (minute, franc etc.) prèsergens niet aan toe komen • ne pas trouver le temps de faire qc.dat komt (goed) van pas, uit • ça tombe à pichoe kom je aan die knul? • où as-tu déniché ce gars?aan geld zien te komen • se procurer de l'argentde wegen komen hier bij elkaar • les chemins se rejoignent ici〈 figuurlijk〉 ergens in (kunnen) komen • (pouvoir) s'imaginer qc.de optocht kwam langs mijn huis • le défilé est passé devant chez moiop een gedachte komen • avoir une idéeergens niet op kunnen komen • ne plus se rappeler qc.vervolgens kwam de spreker op een ander onderwerp • ensuite l'orateur aborda un sujet différentdat komt op 200 gulden • cela revient à 200 florinstot zichzelf komen • 〈 weer meester over zichzelf worden〉 se reprendre; 〈 weer bij bewustzijn komen〉 reprendre ses esprits -
17 moeten
moeten1〈 het〉♦voorbeelden:————————moeten2I 〈 hulpwerkwoord〉2 [verplicht zijn, zich verplicht voelen] must ⇒ have to, 〈 voorwaardelijke wijs, of milder〉 should, 〈 voorwaardelijke wijs, of milder〉 ought to♦voorbeelden:1 wat moet ik beginnen zonder jou? • what would I do without you?ik moet er niet aan denken wat het kost • I hate to think what it costsmoeten jullie niet eten? • don't you want to eat?wie moest jij hebben? • who did you want (to see/to speak to)?ik moet er niets van hebben • I don't want to know/to have anything to do with itdat moet ik nog zien • I'll have to seehij moest en zou het hebben • he had to have it〈 informeel〉 wat moet je? • what do you want?〈 informeel〉 wat moet dat? • what's all this about?wat moeten jullie hier? • what are you doing here?wat moest hij van jou? • what did he want from/with you?wat moet dat speelgoed hier? • what are those toys doing here?en toen moest hij zo nodig een vreselijk dure auto kopen • and then he had to go and buy this amazingly expensive carhet huis moet nodig eens geschilderd worden • the house wants re-painting2 ik moet zeggen, dat … • I must say/have to say that …of het moest zijn … • unless it be …moet u nog ver (gaan)? • have you still got a long way to go?3 dat moet je nog eens doen (als je durft)! • do that again (if you dare)!dat moet gezegd (worden) • it has to be saidmoet je eens horen • listen (to this)moet kunnen! • no problem!ik moest dat maar vergeten • I had better/best forget itde trein moet om vier uur vertrekken • the train is due to leave at four o'clockje moest eens weten … • if only you knew …dat moet jij (zelf) weten • it's up to youhet moet al heel slecht weer zijn, wil hij thuis blijven • the weather's got to be pretty bad for him to stay homeje moet vrouw zijn om zoiets te doen • it takes a woman to do something like thatik moet morgen in Utrecht zijn • I'm due in/have (got) to be in Utrecht tomorrowik moet (zo) nodig • I've got to go!hoe moeten we nu verder? • where do we go from here?moet je nu al weg/ervandoor? • are you off already?zo moet (je) het niet (doen) • that's not the way to do ithet is gedaan zoals het moet • it has been done properly/as it shouldals het moet, dan … • if it can't be avoided, then …ze moet er nodig eens uit • she needs a day outik moest wel lachen • I couldn't help laughinghet heeft zo moeten zijn • it had to be/happen (like that)als het moet • if it mustwat moet, dat moet • what must be must bewaar moet dat heen (met die drugs)? • what's the world coming to (with these drugs)?aan een bril moeten • need glassesdat schilderij moet de koningin voorstellen • that painting's supposed to represent the Queenze moet erg rijk zijn • she is said to be very richwat moet dat voorstellen? • what's that supposed to be?1 [mogen, believen] like♦voorbeelden: -
18 moeten
I 〈 hulpwerkwoord〉1 [algemeen] devoir2 [willen] vouloir♦voorbeelden:hij wist niet meer waar hij moest blijven • il ne savait plus où se mettredat moet je nog eens doen (als je durft)! • recommence (si tu oses)!zij moet vroeger een mooi meisje geweest zijn • elle a dû être (une) jolie fille dans le tempsdat moet gezegd (worden) • il faut le diremoet je eens horen • écoute(-moi ça)hij moest wel lachen • il ne pouvait pas s'empêcher de rirehet moest niet mogen • ça ne devrait pas existerdat moet je zo uitspreken • cela se prononce comme çahij moet zich (haast wel) vergist hebben • il a dû se tromperdat had je moeten zien! • tu aurais dû voir ça!het moet al heel slecht weer zijn, wil hij thuis blijven • il faut vraiment qu'il fasse très mauvais pour qu'il reste à la maisonhet heeft zo moeten zijn • ça devait arrivermoest (je) dat nou (doen)? • est-ce que c'était vraiment nécessaire (de faire ça)?het moet • il le faut〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 hoeveel moet ik u? • je vous dois combien?wat moet, dat moet maar • il faut ce qu'il fautzo moet (je) het niet (doen) • ce n'est pas comme cela qu'il faut faireik moet nodig • ça presseweg moeten • devoir partiralles moet weg • tout doit partiraan een bril moeten • devoir porter des lunetteseen heilig moeten • un devoir sacro-saintals het moet • s'il le faut2 moeten jullie niet eten? • n'alliez-vous pas manger?ik moest gapen van die film • ce film m'a fait bâillerhij moest en zou het hebben • il le lui fallait coûte que coûtewat moet je? • qu'est-ce que tu veux?wat moet dat? • qu'est-ce que c'est que ça?ze moet er even uit • elle a besoin de changer d'airwaar moet je heen (gaan)? • où est-ce que tu vas?¶ moest ik ziek worden, … • si je tombais malade, …II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [mogen, believen] vouloir (qc. de qn.)♦voorbeelden: -
19 opkomen
5 [in zwang komen] spring/come up8 [zich verzetten tegen] fight/stand up (against)♦voorbeelden:1 de vloed komt op • the tide is rising/is coming iner is nog niets opgekomen • nothing has come up yeteen gevoel van onbehagen kwam langzaam maar zeker bij hem op • an uneasy feeling gradually came over himhet komt niet bij hem op • it doesn't occur to himzo iets zou nooit bij hem opkomen • he would never think of doing such a thingdat kwam pas later bij mij op • it only occurred to me laterhet eerste wat bij je opkomt • the first thing that comes into your mindals vanzelf opkomen • suggest itself/themselvesik voel een verkoudheid opkomen/de koorts opkomen • I can feel a cold/the fever coming oneventuele vragen, die opkomen bij het lezen van de tekst • any questions occurring while reading the textuit het niets opkomen • come out of nowhereopkomen uit • emerge from/out ofveel kiezers waren niet opgekomen • a great many voters had failed to appearer waren slechts vijf leden opgekomen • only five members had turned/showed upalle reservisten moeten opkomen • all reservists must reportde trap opkomen • come up the stairsin grote getale opkomen • turn out in large numbersze konden niet tegen de wind opkomen • they could not make headway against the windsteeds voor elkaar opkomen • stick together11 het eten zal best opkomen, die paar aardappels komen nog wel op • we'll be able to get through the food, those few potatoes will find their waykom op, we gaan • come on, let's gokom maar op als je durft! • come on if you dare! -
20 capable
capable [kaapaabl]2 bekwaam ⇒ handig, kundig3 〈+ de + onbepaalde wijs〉 mogelijkerwijs ⇒ durven 〈 met verbogen werkwoordsvorm〉 ⇒ kunnen 〈+ onbepaalde wijs〉♦voorbeelden:il est capable de réussir • hij kan slagenil est capable de ne pas revenir • hij is (heel goed) in staat niet terug te komence détail est capable de passer inaperçu • dit detail zou best wel eens over het hoofd gezien kunnen wordentu serais capable d'abandonner tes enfants? • zou je je kinderen in de steek kunnen laten?adj(de)1) in staat (tot, om)2) bekwaam, kundig3) durven, kunnen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Nahrungstabu — Als Nahrungstabu wird das Phänomen bezeichnet, dass bestimmte Tiere oder Pflanzen, die prinzipiell essbar sind, von einer bestimmbaren sozialen Gruppe oder in einem Kulturraum bewusst nicht verzehrt werden und als nicht essbar gelten. Es gibt… … Deutsch Wikipedia
Esstabu — Als Nahrungstabu wird das Phänomen bezeichnet, dass bestimmte Tiere oder Pflanzen, die prinzipiell essbar sind, von einer bestimmbaren sozialen Gruppe oder in einem Kulturraum bewusst nicht verzehrt werden und als nicht essbar gelten. Es gibt… … Deutsch Wikipedia
Speisegesetz — Als Nahrungstabu wird das Phänomen bezeichnet, dass bestimmte Tiere oder Pflanzen, die prinzipiell essbar sind, von einer bestimmbaren sozialen Gruppe oder in einem Kulturraum bewusst nicht verzehrt werden und als nicht essbar gelten. Es gibt… … Deutsch Wikipedia
Speiseverbot — Als Nahrungstabu wird das Phänomen bezeichnet, dass bestimmte Tiere oder Pflanzen, die prinzipiell essbar sind, von einer bestimmbaren sozialen Gruppe oder in einem Kulturraum bewusst nicht verzehrt werden und als nicht essbar gelten. Es gibt… … Deutsch Wikipedia
Speisevorschrift — Als Nahrungstabu wird das Phänomen bezeichnet, dass bestimmte Tiere oder Pflanzen, die prinzipiell essbar sind, von einer bestimmbaren sozialen Gruppe oder in einem Kulturraum bewusst nicht verzehrt werden und als nicht essbar gelten. Es gibt… … Deutsch Wikipedia
Faust. Der Tragödie zweiter Teil — Titelblatt des 1831 vollendeten zweiten Teils der Tragödie Faust. Der Tragödie zweiter Teil in fünf Akten, bekannt auch als Faust II, ist die Fortsetzung von Johann Wolfgang von Goethes Faust I. Nachdem Goethe seit der Fertigstellung des… … Deutsch Wikipedia
Faust. Der Tragödie zweiter Teil. — Titelblatt des 1831 vollendeten zweiten Teils der Tragödie Faust. Der Tragödie zweiter Teil in fünf Akten, bekannt auch als Faust II, ist die Fortsetzung von Johann Wolfgang von Goethes Faust I und wurde im Sommer 1831 vollendet. Nachdem Goethe… … Deutsch Wikipedia
Faust - Der Tragödie Zweiter Teil — Titelblatt des 1831 vollendeten zweiten Teils der Tragödie Faust. Der Tragödie zweiter Teil in fünf Akten, bekannt auch als Faust II, ist die Fortsetzung von Johann Wolfgang von Goethes Faust I und wurde im Sommer 1831 vollendet. Nachdem Goethe… … Deutsch Wikipedia
Faust - Der Tragödie zweiter Teil — Titelblatt des 1831 vollendeten zweiten Teils der Tragödie Faust. Der Tragödie zweiter Teil in fünf Akten, bekannt auch als Faust II, ist die Fortsetzung von Johann Wolfgang von Goethes Faust I und wurde im Sommer 1831 vollendet. Nachdem Goethe… … Deutsch Wikipedia
Faust 2 — Titelblatt des 1831 vollendeten zweiten Teils der Tragödie Faust. Der Tragödie zweiter Teil in fünf Akten, bekannt auch als Faust II, ist die Fortsetzung von Johann Wolfgang von Goethes Faust I und wurde im Sommer 1831 vollendet. Nachdem Goethe… … Deutsch Wikipedia
Faust II — Titelblatt des 1831 vollendeten zweiten Teils der Tragödie Faust. Der Tragödie zweiter Teil in fünf Akten, bekannt auch als Faust II, ist die Fortsetzung von Johann Wolfgang von Goethes Faust I und wurde im Sommer 1831 vollendet. Nachdem Goethe… … Deutsch Wikipedia